Trommelkoek en dikkerdje

In Zwolle heb ik vrijdag een trommelkoekvorm gekocht. Zo'n vorm staat al lang op mijn verlanglijstje omdat vriendin Y. het vaak over trommelkoek heeft. Van haar heb ik het recept gekregen. Natuurlijk heb ik er van alles aan veranderd. Het is nog niet zoals ik het wil hebben. Daar moet ik nog wat verder aan sleutelen.

Het Trommelkoekrecept van Y. 

Ingrediënten:
400 gr. zelfrijzend bakmeel (ik 400 gr bloem en twee eetlepels wijnsteenpoeder)
1 theelepel zout (ik een paar draaien met de zoutmolen)
1 mespunt suiker (ik twee eetlepels)
2 eieren (ik ook)
(ik heb ook een theelepel gemalen anijs erin gedaan)
100-125 gr rozijnen (ik had nog 90 gr rozijnen, rest aangevuld met tropisch gedroogd fruitmix)
boter voor het invetten van de vorm
paneermeel voor bestuiven van de vorm

Eieren in kom loskloppen, en dan meel, zout en dan al roerend de melk langzaam toevoegen. Je hebt dan een stevig beslag. Roer hier de rozijnen door. Beboter de trommelkoekvorm en strooi daar wat paneermeel in om de vorm mee te bestuiven. Doe het beslag in de vorm (niet helemaal vol, het moet ruimte hebben om te rijzen), deksel erop en zet in een pan met water. Het water mag tot ongeveer een centimeter onder de rand van de vorm komen. Laat dit twee uur au bain-marie garen.

Het beslag was denk ik niet helemaal goed. Iets te veel wijnsteenpoeder waardoor het wel heel luchtig is geworden. De volgende keer dus iets minder van gebruiken.

Ik had nog wat beslag over, dat heb ik in een koekenpan langzaam gebakken. Het deed me denken aan de dikkerdjes die mijn oma vroeger bakte. Superdikke pannenkoekjes met rozijnen erin. Die werden ook langzaam gegaard. Heerlijk, vooral met een klontje boter erop, dat dan smeltend van het dikkerdje glijdt. Voor F. en mij was het dikkerdje een heerlijk nagerecht.

De trommelkoek zag er prachtig uit. Ik heb 'm ruim twee uur laten garen. Toen ik het deksel er af haalde bleek de bovenkant toch nog niet helemaal gaar, maar ik was ongeduldig. Het kwam makkelijk los uit de vorm en zag er prachtig uit. Het smaakte ook prima. We hebben het gegeten met stroop. De rest was vanmorgen de brunch.

Boterkoek + gember = Gemberboterkoek

Sinds mijn Lief mij laatst vertelde dat hij bij zijn vader gemberboterkoek had gegeten, zocht ik naar een excuus om er zelf ook een te bakken. Lang heb ik niet hoeven nadenken. Binnenkort vieren wij een feestje, dus alle reden om alvast wat versnaperingen te testen op geschiktheid. Ik ben gek op gember en boterkoek lust ik ook wel. Dus, aan de slag!

Een rondje door de voorraadkast leverde naast bloem en gember nog een inspirerend zakje amandelmeel op. Ik bedacht dat de koek daardoor wel eens iets 'spijzigs' zou kunnen krijgen. Na het resultaat geproefd te hebben kan ik zeggen dat dat inderdaad zo is. Het geeft iets extra's aan de boterkoek. Als je geen amandelmeel hebt, dan kan je natuurlijk heel goed alleen bloem gebruiken.

Ingrediënten

• 200 gr. bloem (of 50 gr. amandelmeel, 150 gr. bloem)
  
• 150 gr. boter
• 150 gr. basterdsuiker
• mespuntje zout
• 2 eetl. gembersiroop
• beetje melk
• 5 versnipperde gemberbolletjes

Zet de oven vast aan op 175°C. Doe de boter in een kom, en snijd die in blokjes, doe de bloem, amandelmeel, suiker, zout en gembersiroop er bij, en kneed dit tot een deeg. Zet dit in de koelkast om wat op te laten stijven. Versnipper de gemberbolletjes (ik gebruikte mijn favoriete keukenapparaat: de staafmixer en dat bakje met messen en deksel) en vet de boterkoekvorm in. Ik maakte een dubbele hoeveelheid en gebruikte daar mijn grote siliconen taartvorm voor. Ik denk niet dat een springvorm geschikt is omdat de boter er dan gewoon uitloopt tijdens het bakken.

Ik doe het altijd braaf, deeg wegzetten in de koelkast, maar soms vraag ik me af waarom. Hoe dan ook, haal het deeg uit de koelkast en druk het plat in de bakvorm. Doe iets van 1 of 2 eetlepels melk op het deeg, en strijk het glad met een lepel (of stiekem je vingers). Verdeel dan de gembersnippers over het deeg, en druk ze er in.

Zet de boterkoek in de oven, ongeveer een half uur, tot de bovenkant mooi goudbruin is geworden. Haal de koek er dan uit, en laat 'm afkoelen. Nadeel van de siliconen vorm is dat die zacht is en ook de boterkoek lijkt nog haast vloeibaar. Voorzichtig dus. Als de koek wat is afgekoeld en wat steviger aanvoelt, leg je er een plat bord op en keert de koek zodat 'ie op z'n kop uit de vorm komt. Leg daar dan weer een bord op, en keer nog eens. De boterkoek ligt recht, en kan verder afkoelen.

Het resultaat zie je hier, en ja, ik was vergeten dat ik een ongeschonden exemplaar moest fotograferen.